Buitenspelen staat of valt met goede voorzieningen, maar ook de 'speelbereidheid' bij ouders en kinderen speelt een rol.
Buitenspelen staat of valt met goede voorzieningen, maar ook de 'speelbereidheid' bij ouders en kinderen speelt een rol.

Buitenspelen is niet vanzelfsprekend

Algemeen

Deze woensdag stond weer in het teken van de Landelijke Buitenspeeldag. Deze werd in 1994 voor het eerst gehouden, telkens de tweede woensdag in juni. Na twee relatief sobere jaren schonk men dit jaar weer extra aandacht aan deze dag, met de nodige leuke buitenactiviteiten. Buitenspelen promoten staat veel in de belangstelling, maar er zijn ook uitdagingen.

TWENTE - Het belang van buitenspelen kan niet onderschat worden. Zo draagt beweging bij aan de ontwikkeling van kinderen in de brede zin. Lekker buiten ravotten met vriendjes en vriendinnetjes, misschien een beetje kattenkwaad uithalen en uiteraard: genieten van de vele speellocaties die de gemiddelde woonwijk rijk is.

Buiten spelen is volgens Jantje Beton, drijvende kracht achter de buitenspeeldag, echter steeds minder vanzelfsprekend. Dit zien we ook terug in de concrete cijfers. Uit cijfers in 2018 van Kantar Public bleek dat drie op de tien kinderen nooit buiten spelen of slechts eens per week. Daarnaast daalde ook het aantal uren dat zij buiten spelen door de jaren heen. Het meest genoemde argument van ouders om kinderen niet buiten te laten spelen zijn zorgen over de veiligheid; met name in grote steden waar veel verkeer is. Ook recente ontwikkelingen die de lezer aanvoelt spelen hier een rol in - buitenspelen zonder toezicht is een risico.

Er zijn diverse oorzaken aan te wijzen voor de dalingen. Zo speelt ruim 39 procent van de kinderen liever binnen, waarbij uiteraard de moderne elektronica erg aantrekkelijk is. Toch moeten we dit niet als enige factor zien. Net zo’n grote groep geeft namelijk aan dat speelplekken saai zijn. Nog eens 15 en 16 procent van de kinderen geeft aan te druk te zijn met school en hobby’s. Een uitgangspunt van de gezondheidsorganisaties is dat er tegenover een uur gaming of schermtijd ook een uur buitenspelen zou moeten staan. In de praktijk blijkt dit dus erg lastig.

De saaie speelplekken zijn in ieder geval een factor waar ouders en gemeenten in Twente actief aan werken. Zo worden ouders en kinderen steeds vaker betrokken bij het inrichten van de speelplekken. Gemeenten moeten meer doen met minder geld, waardoor de nadruk vaak wel ligt op een stukje zelfredzaamheid en meehelpen in de buurt. Zo zijn er buurten die zich actief inzetten voor het onderhoud van lokale speelvoorzieningen om deze te kunnen behouden. De afgelopen jaren zien we dat gemeenten zoals in Noordoost-Twente ook bewuster de link zoeken met duurzaamheid. Denk hierbij aan het inrichten van natuurlijke speelplekken, waarbij kinderen ook doelbewust vies mogen worden. Deze dragen ook bij aan de affiniteit voor de natuur.