Gerard Luttikhuis met de Zilveren Kloot
Gerard Luttikhuis met de Zilveren Kloot Foto: Gerard Luttikhuis met de Zilveren Kloot

TWENTE - Na 101 jaar spreekt de Zilveren Kloot nog steeds tot de verbeelding. Daarom schenken wij de komende weken speciale aandacht aan dit Twentse stukje geschiedenis. Deze week is deel 1.

Zondag 6 september 2020 was het een bijzondere dag voor de Twentse klootschietsport; het was precies 101 jaar geleden dat de eerste wedstrijd om de Zilveren Kloot werd gehouden. De initiatiefnemer was destijds, de veelzijdige regionalist Jacobus Joannes van Deinse (1867-1947), auteur van de omvangrijke bundel 'Uit het land van katoen en heide'. Van Deinse was een culturele en maatschappelijke duizendpoot en bij de meest uiteenlopende zaken betrokken, waaronder de sport in en rond zijn woonplaats Enschede. In het kader van de viering van het zogeheten Vaderlandsch Historisch Volksfeest, bij gelegenheid van de opening van het Openluchtmuseum te Arnhem in 1919 zouden de beste klootschieters uit Twente strijden om de Zilveren Kloot. Dit voorwerp, een zilveren bal met een doorsnede van ongeveer 18 cm, werd door van Deinse als hoofdprijs ter beschikking gesteld en bevatte eveneens een gegraveerd gedicht van diens hand:

‘n Eersten Pries’n Zulv’ren Kloat Dee krig de boerschop
Dee ’t best in Arnhem opden wedstried schoot.
Dee 4 september doar hef wes
Hoalt Twentenoaren toch altied’t Klootscheeten in zet.
Loat vleegen oaver ’t veeld zoo wied
De bolle hen en weer.

Arnhem, 4 september 1919. De Twentse klootschieters koesteren dit kleinood als een soort relikwie.

De eerste wedstrijd
De viering van het Vaderlandsch Historisch Volksfeest werd op 4 september 1919 zoals gezegd in Arnhem gehouden. Het zou een manifestatie worden, waarbij allerlei regionale gebruiken uit ons land zouden worden vertoond, waarbij natuurlijk ook, Twente werd betrokken. Twentenaren zouden mee lopen in de allegorische optocht die zou worden gehouden. De Arnhemse kapelaan Budde, geboren in Ootmarsum, bracht de organiserende commissie op het idee om ook de Twentse klootschieters uit te nodigen voor dit evenement. De uitnodigingen waren al maanden van tevoren verstuurd naar de diverse buurtschappen in Twente en na de zondagse kerkdiensten, op markten en in kroegen werd niet anders gesproken dan over deze komende wedstrijd. Een niet onbelangrijke factor hierbij was de toenmalige rivaliteit tussen de klootschieters van Noord en Zuid Twente, een rivaliteit die overigens nog bestaat maar aan het afnemen is. (Heden ten dage een sportieve strijd).

Veel publiek
Hooggestemde verwachtingen en oplopende spanningen leidden tot een enorme belangstelling van de zijde van de klootschieters, maar ook bij een breder publiek werd de aandacht getrokken voor de komende wedstrijd in Arnhem. Zo togen op 3 september 1919 niet alleen de Twentse klootschieters naar Arnhem maar ook vele andere Twentenaren; men reisde zelfs per speciale stoomtrein naar de Gelderse hoofdstad. Er gingen maar liefst 545 enthousiaste klootscheeters, stokkenleggers en anwiezers en andere functionarissen die de vijftien, deelnemende Twentse buurtschappen destijds vertegenwoordigden.

De teams
De beste klootschieters uit Noord- en Zuid-Twente gingen de strijd aan. Als scheidslijn tussen Noord en Zuid gold het kanaal Almelo-Nordhorn en de spoorlijn Almelo-Holten. Deze scheidslijnen gelden heden ten dage nog. Bij deze legendarische wedstrijd bestond Noord uit de buurtschappen Reutum, Agelo, Vasse, Fleringen, Mander, Tubbergen, Tilligte, Lattrop en Mariaparochie. Zuid bracht mannen in de strijd uit Rossum, Beuningen, Losser, Saasveld, Almelo en Hasselo. Het verloop van deze wedstrijd staat gloedvol beschreven in het verslag dat de volkskundige D.J. van der Ven schreef in het gedenkboek van het Nederlands Historisch Volksfeest: Nederlands Volksleven. Gekleed in het daagse tuug, de kips met glimmende klep scheef op het hoofd en lopend op overwegend klompen trok men naar het kamp op de Galgenberg bij Arnhem. Deze eerste historische wedstrijd werd gewonnen door de klootschieters van Noord-Twente. Gait Mensink uit Reutum, de veuropscheeter, ofwel de aanvoerder van het team van Noord, mocht uit handen van generaal Kist vertegenwoordiger van het Nederlandse leger, hij was het die in opdracht van het Departement van Oorlog een tentenkamp had laten opzetten op de Galgenberg, de Zilveren Kloot in ontvangst nemen.

Afbeelding