Ik opende het raam en zie, er lag een steen.

Niet zo maar een steen, een witte.

Een witte steen met bloemen gekleurd.

Ik weet niet van wie, en waarom.

Gezocht naar de vraag waar kom je vandaan?

Wie, oh wie is er met mij begaan ?


Witte steen, verworden tot kostbaar bezit.

Ik draai hem om er staat op geschreven.

Woorden die duiden op het leven

Moed, liefde, hoop,

Blijft de vraag, Steen waar kom je vandaan ?

Wie oh wie is er met mij begaan?


Leg avonds de steen onder mijn kussen

Ik droom mijn droom, geen bedrog

Droom van dit wonderlijke leven,

Leven en bestaan gegund, gegeven.

Wie oh wie, wie is de gever?


Alleen wat niet ophoudt pijn te doen blijft in herinnering (Nietzsche).


Kaatjeknip mei 2020