Zorgen over verschraling van het openbaar vervoer na einde steun

De besturen van de Nederlandse provincies roepen gezamenlijk het kabinet op: blijf het openbaar vervoer ook in 2023 ondersteunen met noodsteun. Anders dreigt er namelijk een grote kaalslag in het lokale openbaar vervoer.

TWENTE - Het openbaar vervoer kampte de afgelopen twee jaar met grote uitdagingen als gevolg van de coronapandemie. Hierdoor zakte het aantal reizigers fors in: op sommige momenten kon helemaal niet gereisd worden en doordat herstel lang duurde blijven ook nu nog veel reizigers weg.

Om dit grote verlies aan inkomsten bij vervoerders te compenseren verstrekte het Rijk in 2020 ruim 1,2 miljard euro aan vergoedingen. In 2021 was dit zelfs 1,4 miljard. De verwachting is dat er dit jaar nog zo’n 140 miljoen euro aan steun nodig is. De overheid wil eind dit jaar de spreekwoordelijke geldkraan dichtdraaien. Het kabinet baseert zich hierbij op de prognoses van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid. Deze verwacht dat het aantal reizigers dit jaar weer op 88 procent van het niveau voor corona zal komen. In 2023 zou het percentage reizigers dan weer op 97 procent moeten zitten.

De vervoerders en bij extensie provinciaal bestuurders zijn minder positief gestemd, zo blijkt uit de gezamenlijke verklaring die in Trouw gepubliceerd werd. Zij denken dat het tot zeker 2026 zal duren voor we weer op het oude niveau zitten. Provincies staan dan voor de keuze of om zelf het verschil bij te passen of te snijden in het aantal lijnen. Zo denkt gedeputeerde Anne Schaddelee van de Provincie Utrecht dat tot 30 procent geschrapt moet worden in zo’n scenario.

Dat dit grote negatieve gevolgen zou hebben voor de bereikbaarheid in Twente laat zich raden. Zeker voor kleine kernen en gemeenten is er al niet veel openbaar vervoer beschikbaar. Verder schrappen zou dan ook een absolute verschraling zijn van het lokale vervoer. Bovendien treft men hiermee ook al relatief kwetsbare groepen. Denk aan mensen met een laag inkomen die niet zomaar een auto kunnen kopen, maar ook senioren of mensen met een beperking die afhankelijk zijn van openbaar vervoer. Voor deze groepen is openbaar vervoer belangrijk om deel te kunnen nemen aan de samenleving. De provinciale bestuurders hopen dan ook dat het kabinet hen tegemoet zal komen met steun.