Openluchtmuseum verder op eigen benen na privatisering

De gemeente Dinkelland en Stichting Openluchtmuseum Ootmarsum hebben een akkoord bereikt over de voorgenomen privatisering van het museum. De stichting zal hiermee de volledige verantwoordelijkheid krijgen voor beheer en gebruik van het terrein en alle gebouwen.

OOTMARSUM - “Daar zien we absoluut niet tegenop. We hebben alles gewikt en gewogen en zijn tot de conclusie gekomen dat we een weloverwogen besluit hebben. Een dergelijke beslissing heeft veel impact, maar ons museum wordt gedragen door vele vrijwilligers en ook in Ootmarsum merken we, gelet bijvoorbeeld op de Open Dag, dat dit museum gedragen wordt door de eigen inwoners. De vrijwilligers, dat plaatselijke draagvlak en het aantal bezoekers gaven en geven ons een steun in de rug om meer dan 100 procent achter deze privatisering te staan,” laten de bestuursleden van het museum weten.

Al in februari 2019 begonnen beide partijen met een verkennend traject voor privatisering. Dit leidde al snel tot een intentieovereenkomst. De onderhandelingen werden gevoerd onder voorzitterschap van een onafhankelijke derde partij: Fons van Beers van Drijver en Partners.

“De onderhandelingen hebben uiteindelijk tot dit positieve resultaat geleid. Wij zijn blij met de overeenkomst en hebben een goed gevoel bij de privatisering”, vertelt wethouder Brand. Het was in eerste instantie aftasten tijdens de gesprekken tussen de gemeente en stichtingsbestuur. Maar hoe vaker de overleggen plaatsvonden, hoe gemakkelijker de gesprekken verliepen. Beide partijen hielden het belang van het Openluchtmuseum in het oog.

Toeristisch gezien is het museum één van de grootste trekpleisters in de gemeente Dinkelland en omstreken. “We zijn een goed bezocht museum dat een mooi beeld geeft over het leven op het platteland in combinatie met het leven van de bestuurders uit die tijd. De diverse gebouwen op het parkachtige terrein vertellen dat verhaal aan de hand van een rijke collectie. Dit varieert van het vroegere landbouwwerktuigen tot een deel van de nalatenschap van de Beverfordestichting. Niet voor niets heeft ons museum de subtitel ‘Het Land van Heeren en Boeren’. We zijn, na het positieve besluit van het college om de privatisering van ons museum goed te keuren, erg blij met deze gezette stap. Vol overtuiging nemen we deze uitdaging aan en we weten ons gesteund door onze vrijwilligers, die vanuit hun hart zich voor ons museum inzetten.”